grada henstra

In de Tussentijd…

In de tussentijd…

Fragment uit ‘In de Tussentijd…’

‘Door de wind, door de regen. Dwars door alles heen.’

“Hey meisje, … ” Ik schrik me dood! Terwijl mijn plas zich niet laat onderbreken en in de toiletpot klettert, kijk ik angstig omhoog in de richting van de twee pestkoppen die boven de zijwand van het toilethokje intens gemeen naar mij kijken. Ze gaan niet weg: “Toe nou meisje, laat je broekje even zien.” Het is al meer dan 40 jaar geleden maar ik herinner het me nog heel goed. Ik zie ’t zo weer voor me. Oh mijn God, wat was ik bang!

Mijn hele leven check ik nog steeds de wandjes van onbekende toiletten. Zit er ruimte tussen het plafond en de wand? Op de meeste campings bijvoorbeeld wel. En bij zwembaden en sauna’s. Telkens weer ben ik dan op mijn hoede. Dat zo’n kort moment van vroeger, zo lang enorme impact kan hebben he?! Het had veel erger kunnen zijn als die twee krengen me niet vrij snel met rust hadden gelaten. Maar toch… Ik was nog zo jong, hooguit zeven of acht jaar. Mijn moeder was een dag ervoor opgenomen op de gesloten psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Ik herinner me haar woorden toen we eindelijk naar haar toe mochten: “Ik wilde alleen maar heel graag slapen!”. Nooit heb ik haar iets kwalijk genomen, nooit getwijfeld over haar intenties. Ik weet zeker dat ze ons nooit bewust in de steek had willen laten. Het was een ongeluk: Te veel slaappillen.

Waarom heb ik haar later nooit echt gevraagd hoe het was in die periode voor haar? Waar dacht ze aan toen ze zo ontzettend moe was? Natuurlijk weet ik inmiddels wel dat het heel zwaar voor haar was. Mijn moeder is net als ik extreem gevoelig en onze koppies zijn soms niet sterk genoeg om de vele indringende gedachten op tijd te stoppen. Malen, malen en tegelijkertijd komen dan die verrekte heftige emoties om alles nog net even moeilijker te maken. Relativeren? Nope! In zo’n bui, die in een paar seconden verandert in een storm of orkaan, verloren we alle controle. Ontoerekeningsvatbaar en onbereikbaar…

‘Door de wind, door de regen. Dwars door alles heen…’

Helemaal alleen mocht ik die keer naar de wc. Ik kende de route er naar toe goed genoeg en mijn ouders vertrouwden mij. Ze wisten dat ik meteen na het plassen terug zou gaan naar de kamer waar mijn moeder één van de zes ziekenhuisbedden had gekregen om een tijdje uit te rusten. Huilend en overstuur ben ik inderdaad terug gerend. Snikkend mijn hart uitgestort over wat er was gebeurt. Mijn moeder zei niet: “Ach joh, het waren gewoon klieren, trek je er maar niks van aan.” Nee, mijn moeder sloeg haar armen om mij heen en onderbrak mijn waterval aan woorden en tranen niet. Een en al troost, warmte en begrip. In haar armen voelde ik me altijd veilig, nergens anders heb ik ooit een zelfde veilige plek kunnen vinden.

‘Door de storm, al zit alles me tegen. Door jou, was ik nooit alleen.’

Dat meisje is op haar 38e ‘heengegaan’! Vrij plotseling, ook al was ze al een tijdje niet fit. Met name geestelijk ging ze snel achteruit. Toch had niemand door, de jonge vrouw zelf ook niet, hoe ernstig het was.
‘De zee is dieper, dan de wereld wijd is.’

Nu…

“How low can i gow?”
Eerst dacht ik het, toen hoorde ik het mezelf hardop zeggen. Steeds opnieuw. Minstens een kwartier lang haatte ik mezelf. De laatste paar keer schreeuwde ik de zin uit, razend van woede. Kut, kutter en k u t s t ! Ik voel me zo’n enorme loser. Zo ontzettend zwak. Dieper dan dit kan ik niet zakken… Wat ben ik nog waard? Kan ik mezelf nog een keer vergeven en voor de zoveelste keer een nieuwe kans gunnen? Geloof ik überhaupt nog in mij? Tachtig procent van de stemmen in m’n hoofd stemt op opgeven. ‘Voor iedereen beter!’ zeggen ze. Tien procent houdt nog steeds van mij, ongelofelijk. Deze stemmen leven met mij mee, en geloven dat het mogelijk is. “Geef niet op, dit is een ontwikkelingsfase. Kom op, je moet hier doorheen. Uiteindelijk komt het goed, je zal je sterker voelen dan ooit. Meer jezelf dan ooit. Verstand en hart in balans: jouw balans!” Pfoe… ik voel me zo waardeloos, zo schuldig. Ik schaam me zo…

“How low can i gow?”
Godverdomme! Jezus, waar ben je? Waarom heeft jouw Vader mijn moeder in de steek gelaten? Wat had ze een rotsvast vertrouwen in haar God. Deze laatste vragen komen vanuit de overige 10 procent stemmen. Deze groep noem ik zelf: ‘De twijfelaars.’ Want soms vertellen ze me juist dat er echt Iets is. Het “Ietsisme”. Iets of Iemand die ons gadeslaat en mogelijk sturing aan de mensen geeft en/of wil geven. Ooh, wat zou ik me daar graag aan vast willen klampen. Net als vroeger, voordat ik ‘van de kaart’ raakte.

‘Van de kaart’! ; De titel van het boek van Boele Ytsma. Dat boek had ik kunnen schrijven toen ik 38 was, zoveel herkenning. Eerst was ik daar blij mee. Ik was niet de enige die op zo’n manier, en eigenlijk zo plotseling, het geloof in God en de bijbel kwijt raakte. Ik ging meer en meer twijfelen, ik voelde niets meer wanneer ik biddend op m’n knieën smeekte: “Lieve Vader in de Hemel, laat dit alstUblieft niet zo zijn. Laat het niet zo zijn dat het al die tijd alleen maar intern was. Geef me iets waardoor ik deze twijfel kwijtraak. Ik mis U.” Het heeft jaren geduurd, zoekend gelovig…
Wat was ik teleurgesteld. Ik had mezelf dus al die jaren voor de gek gehouden. Mijn hele leven was gebaseerd op mijn geloof dat inmiddels toch een sprookje of leugen blijkt te zijn. Mijn leven had ik gekregen en dat leven leefde ik niet voor mezelf alleen. Het was mijn taak om zoveel mogelijk goeds te doen voor mijn medemensen. Een leven in overvloed, dat dan weer wel. En wat mooi om zeker te zijn dat je na je dood in de Hemel gaat wonen, waar geen verdriet of pijn meer is. Oh, oh, oh….. Hoe graag ik het ook wilde, het was onmogelijk geworden nog te geloven in de God van de bijbel. Mijn hart deed er niet langer aan mee, en zonder gevoel heeft Liefde geen waarde.

Ondertussen…

Het nog kleine, lieve en naïeve meisje dat gepest werd terwijl ze zat te plassen was tot haar 38e levensjaar oprecht Christen….

wordt vervolgd…

‘Ik hoor je praten, maar je bent er niet. Nee, je bent er niet! Ik voel me verloren nu ik jou moet verliezen. Je mag nog niet sterven, ik kan je niet missen…. Ik kan je niet missen!’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *